In het vorige artikel schreef ik “Al die meningen zijn nooit of te nimmer belangrijker dan jouw gedachten over jou!”. Maar dan ga ik er wel vanuit dat je die gedachten ként. Dat je weet wat je denkt en gelooft over jezelf en over je capaciteiten en mogelijkheden. En veel belangrijker nog; dat dat oprecht je eigen gedachten en overtuigingen zijn en niet die van je ouders, vrienden, kennissen, collega’s, docenten of je partner….
“De meningen van anderen zijn als de wind: ze kunnen je richting beïnvloeden,
maar jij bent de stuurman van je eigen schip.”
Hele dagen vliegen de meningen je om de oren. Meningen over van alles en nog wat, maar ook over jou. Deels door de mensen om je heen, maar ook voor een heel groot deel door jou zelf. Jij bedenkt zelf “dat ze je stom vinden”, “dat ze je te druk vinden”, “dat zij je brutaal vindt” en “dat hij denkt dat je niet zo slim bent”. Of dat allemaal echt zo is weet je niet eens, maar jij gelooft het anyway. Je kan niet goed tekenen, want dat zei je docent op school. Je leest niet snel, want dat zei je vader als jij de krant als eerste te pakken had. Je bent te dik, want je vriendinnen zijn slanker. En je bent niet intelligent, want al je vrienden verdienen meer dan jij.
Zij doen hetzelfde
Op bovenstaande wijze maken we ons eigen leven nodeloos moeilijk en het grappige is dat alle mensen om je heen precies hetzelfde doen. Dus die denken misschien dat jij hén te druk vindt, of stom of brutaal of niet zo slim. Die denken dat ze niet zo handig zijn als jij, want jij deed een taak veel makkelijker. Of ze denken dat jij veel meer verdient, want je ziet er altijd zo leuk uit. En die zijn onzeker en ontevreden over andere delen van hun lichaam, die zo opvallen omdat ze een stuk slanker zijn dan jij….
En zo maken we het onszelf én elkaar lekker lastig. Anderen zijn onzeker omdat ze denken dat jij een mening over hen hebt en jij bent onzeker omdat je denkt dat iedereen om je heen iets van jou vindt. Wat zou het toch mooi zijn als we allemaal vandaag nog besluiten om gewoon niet meer bezig te zijn met al die meningen. Het zijn máár meningen. Meningen die vaak ontstaan vanuit de issues die de dénker heeft en meningen die jij dénkt dat mensen hebben.
Hoe kom je los van die meningen?
Op de eerste plaats kan je natuurlijk stoppen met bedenken wat een ander (over jou) denkt. De kans dat het klopt wat je verzint is vrij klein, maar je maakt jezelf wel onzeker met die verzinsels. Stop daar gewoon mee. En vervolgens is het belangrijk om eens te checken wat jij nou eigenlijk zelf denkt over jou. Welke stemmen en woorden zijn echt van jou en welke zijn geleend? Je moet leren om je eigen innerlijke stem te onderscheiden van die van anderen. Je eigen waarheid ontdekken en die omarmen als de enige juiste voor jóu. Spiegelt jouw realiteit jouw stem of de invloed van de mensen om je heen?
Je moet hiervoor de confrontatie aangaan met de verhalen die je jezelf verteld. Zijn dat echt oprecht jouw eigen verhalen? Of is het een waarheid die je door anderen is verteld en die jij hebt overgenomen? Je moet jezelf de vragen stellen die jouw waarheid aan het licht brengen. Wie ben jij diep van binnen? Wat geloof je over jezelf? Welke dromen koester je? Door het onderscheid te leren maken tussen jouw eigen stem en die van de omgeving, kan je achter je laten wat niet van jou is. Je kan loskomen van de invloed die die verhalen hebben op jou en je leven. En je kan kiezen voor jouw eigen -levens-verhaal.
Laat je niet meevoeren met de meningen van anderen maar leer jouw eigen stem herkennen.