Tot ongeveer ons derde jaar is het leven één grote speeltuin. We mogen de wereld ontdekken in ons eigen tempo. We leren volwassenen en collega-kleine-mensjes kennen en proberen alles uit wat we tegenkomen. Het leven is leuk! We roepen om eten als we honger hebben en om aandacht wanneer we ons verlaten voelen. We zijn nergens bang voor. En we zijn niet bezig met wat anderen van ons denken want we vinden ieder ander groot of klein mens, lief en leuk.
Leren is een sociaal proces. Het is groei. Leren is niet een voorbereiding op het leven, maar het leven zelf.
John Dewey, Amerikaans filosoof 1859-1952
Maar dan worden we vier en begint het grote afleren….. We gaan naar een vreemd instituut dat ze school noemen. In eerste instantie lijkt het nog wel leuk, er lopen heel veel andere kleine-mensjes rond en daar mogen we mee spelen. Maar na korte tijd ontdekken we al dat het niet precies het feestje is dat we dachten. We moeten stilzitten op de stoelen terwijl we willen bewegen. Luisteren terwijl we juist wilden vertellen. We gaan niet plassen wanneer we moeten, maar pas als de juf het zegt en ook eten doe je niet als je honger hebt, maar wanneer er een bel gaat. Het gaat allemaal behoorlijk dwars tegen onze natuur in, maar als we dat kenbaar maken worden wij juist dwars genoemd.
Het GROTE afleren!
Wanneer we net een beetje aan dit idee gewend zijn mogen we naar de eerste klas. Daar wordt het nog een beetje gekker. Als kind leerde je in een razend tempo, door te spelen en alles om je heen te ontdekken, maar als je zes bent gaan we het helemaal anders doen. Dat zelf ontdekken wordt je dan ineens ontnomen en ingeruild voor een leven aan een tafeltje. Dag in dag uit ‘mag’ je aan datzelfde tafeltje zitten en staat steeds dezelfde verteller voor de klas die je gaat vertellen hoe het leven werkt….. Wat je allemaal moet, hoe je dat dient te doen en vooral ook wat je allemaal niet -meer- mag.
Je mag niet eens meer naar buiten kijken (waar waanzinnig veel te ontdekken is). Naar ’t toilet als je moet plassen (wat je niet zo heel lang geleden met best wat moeite onder de knie hebt gekregen). Even wegdromen, of met je vriendinnetje kletsen, niets! Einde fantasie, einde eigen ondervindingen. Je leert dat je alles moet doen volgens een strak voorgeschreven stramien en dat je overal toestemming of bevestiging voor nodig hebt (wat gek dat mensen zo onzeker worden…).
Nú is dus eigenlijk de wachtkamer voor straks
Ook leer je dat alles een reden heeft en een doel dient; “Als je later iets wil bereiken in je leven, iets wil wórden, moet je nu hard werken. Blokken, blokken, blokken, flink studeren en dan kom je er wel. Nu ben je (blijkbaar) nog niets maar als je alle dagen braaf aan dat tafeltje komt zitten, de strak voorgeschreven regeltjes volgt en nergens afwijkt, dan wordt je wel iets“. We leren het huidige moment te reduceren tot een middel om ergens anders te komen. Het nú is eigenlijk een soort wachtkamer…..
De overtuigingen die we tot hiertoe hebben opgepikt zijn dus;
- Je moet zorgen dat je in het stramien past. Eén stramien waar al die verschillende karakters in moeten passen.
- Je moet hard werken, niets gaat vanzelf. Als iets heel gemakkelijk gaat leer je het te wantrouwen; “ik doe vast iets niet goed”.
- Je eigen oordeel leer je te wantrouwen. Overal vraag je toestemming of bevestiging voor, je doet niet wat je zelf denkt dat goed is.
- Je geluk ligt ergens in de toekomst op je te wachten. Als je nu maar hard genoeg werkt, dan kun je later geld verdienen en gelukkig worden.
- Respect en goedkeuring bereik je alleen door hard werken en goed in het stramien te passen. Hard werken wordt beloond en bewonderd, daar hebben we respect voor. Als dingen gemakkelijk gaan is het geen prestatie en zijn we niet onder de indruk.
Maar natuurlijk is dat niet het enige dat we hebben geleerd. We kennen ook de stelling van Pythagoras, we weten precies hoe warm het kan worden in de tropen, we kunnen vierkantswortels trekken en we kunnen feilloos aanwijzen waar Marsabit ligt…… toch? *
Hoe kom je aan die beperkende gedachten…?
Ondertussen twijfelen we aan onszelf omdat we niet hebben geleerd dat we goed zijn zoals we zijn, we kregen tenslotte altijd weer commentaar hoe het beter had gemoeten. Ook geloven we niet dat we van ons leven kunnen maken wat we maar willen, want er zijn allemaal strakke voorschriften voor wat wel en niet kan. We wringen ons in allerlei bochten om “erbij te horen” omdat we hebben geleerd dat het niet gewaardeerd wordt als je naast het pad gaat lopen. We hebben niet geleerd hoe we zelf onze gedachten kunnen kiezen en daarmee ons leven kleuren. Niemand heeft je erop gewezen om ook te genieten van de reis en niet te wachten met gelukkig worden tot je op de plaats van bestemming bent. We hebben ook niet geleerd dat je zelf je leven vorm kunt geven door je te focussen op alle dingen die je wel wil, daarvoor waren we te druk bezig met hoe het allemaal niet moest.
En dan vraagt er op een dag iemand waar je al die beperkende gedachten toch vandaan hebt….
* Marsabit ligt in Kenia 😉
In mijn ebook “How your mind got wired” laat ik je zien hoe je huidige manier van denken is ontstaan. Waar je overtuigingen vandaan komen en hoe die zich tot jouw waarheden hebben gevormd. Inzicht in deze achtergronden helpen je om je belemmerende overtuigingen achter je te laten. Soms zijn ze niet eens van jou!
2 reacties
Wat een kei goed “vonkje” geweldig!!
Dank je voor deze mooie, enthousiaste reactie!