Yeahhh je bent een “volwassen peuter” geworden! Je mag gaan beginnen aan twee jaar kleuterschool, zes jaar basisschool en vier tot zes jaar middelbaar onderwijs. Ze gaan je zo’n 12 tot 14 jaar opleiden, “klaarstomen voor de maatschappij” noemen ze ’t ook wel eens. Gelukkig niet tegen jou, want dan zou je die maatschappij waarschijnlijk doodeng gaan vinden. Jij gaat lekker spelen op de kleuterschool…..
De grootste fout die men bij de opvoeding van de jeugd pleegt te maken is deze, dat men de jeugd niet aan eigen nadenken gewent.
Gotthold Ephraim Lessing, Duits toneelschrijver 1729-1781
Samen met een heel dotje andere “volwassen peuters” mag je je wereld een stukje vergroten. Dát is leuk! Overal is speelgoed en er is altijd iemand om mee te spelen, dit wordt een feest! Misschien niet helemaal zonder slag of stoot want hier krijg je natuurlijk de eerste schoolse regels en voorschriften aangeleerd, je leert sociaal te functioneren in een groep en rekening te houden met anderen. Niet geheel onbelangrijk natuurlijk. Het is wel even wennen dat je niet mag eten als je honger hebt en niet kan slapen als je moe bent, maar het blijft een heerlijk feest met al die andere kinders.
En dan mag je verder naar de eerste klas -groep drie- van je basisschool-carrière. Fantastisch, nu gaat het echt gebeuren. Je gaat leren lezen, schrijven en rekenen! Je gaat leren over de geschiedenis, over biologie en waar Swara* ligt, je gaat de wereld weer een stukje verder leren kennen. De wereld daarbuiten en de wereld op school. Gedurende deze zes jaren worden nieuwe regels en voorschriften toegevoegd aan diegene die je al kende. Je leert netjes te luisteren naar de juf of meester want die weet het allemaal, je leert dat je óp de lijntjes moet schrijven en binnen de lijntjes moet kleuren. Je leert dat je je aandacht ín de klas moet houden en je niet mag afdwalen naar die vogeltjes buiten. Je leert dat jouw opdracht er precies hetzelfde moet uitzien als die van je buurvrouw en dat er anders iets niet klopt. Je leert dat je toestemming moet vragen voor alles wat je wil doen, zelfs om te plassen en dat je geen beslissingen zelf mag nemen. Als je een huis moet tekenen, weten we allemaal hoe dat eruit ziet en teken je dus geen boomhut en als je iets moet schrijven over je dromen moet je het wel realistisch houden volgens de normen van……? Dat laatste weet niemand.
Je wordt boordevol informatie gestopt, al dan niet nuttig, maar wat leer je allemaal nog meer ondertussen? Bijvoorbeeld:
- Nog verder afdwalen van je eigen oordeel. Je doet de dingen zoals ze horen, zoals ze van de juf moeten en zoals iedereen ze doet, niet zoals jij zélf denkt dat het goed is.
- Je leert te twijfelen aan jezelf en aan je eigen kunnen. Doe je het wel goed? Wat zal de juf hiervan zeggen? Met welk cijfer gaat ze je beoordelen?
- Binnen de lijntjes kleuren. Je leert binnen een stramien te blijven functioneren, maar ook binnen dat stramien te blijven dénken. Een huis ziet eruit zoals we dat kennen en als jij een heel ander huis tekent is het geen huis, voldeed je niet aan de opdracht en heb je een onvoldoende te pakken. Je fantasie wordt aan banden gelegd.
- Je leert dat heel veel NIET kan. Je kan niet naar buiten gaan zitten staren, niet naar ’t toilet wanneer je moet, niet eten als je honger hebt, niet praten wanneer je daar behoefte aan hebt, enz. Maar ook gróótse dromen kunnen niet. “Je moet wel realistisch blijven” is de reactie van de juf en je klasgenoten lachen je uit.
Natuurlijk is de basisschool onmisbaar, het doet exact wat het zegt; het legt een mooie basis. Een basis van kennis en kunde, een basis van vaardigheden en een basis van sociale omgangsvormen. Maar óók een basis voor die drie “vrienden” die we al heel vaak hebben gezien, onzekerheid, angst en twijfel. Helaas heb je weinig geleerd over hoe je weerbaar wordt, hoe je trouw blijft aan jezelf en hoe je je fantasie kunt inzetten om een mooiere wereld te creëren, wat een kracht je gedachten hebben.
In hoeverre leef jij nog met de overtuigingen die je leerde op de basisschool?
*Swara ligt in Nepal 😉