In het vorige artikel zagen we een aantal wetenschappelijke verklaringen voor het feit dat we nogal gemakkelijk vervallen in oude gewoontes. Blijven hangen in dezelfde routines, zelfs al had je je voorgenomen om het nu echt anders te doen. De eerste verklaring daarvoor is dat je brein nou eenmaal gek is op comfort. Sterker nog, het kiest er steeds opnieuw voor en daar zit ook weer een fascinerende wetenschap achter.
Change is never a matter of ability, it’s always a matter of motivation. The human brain is designed to keep you safe, not to make you happy. Change requires pushing beyond that comfort zone.
Tony Robbins, Amerikaanse coach, spreker en schrijver (1960 – )
De hersenen: energiebespaarders bij uitstek
Ons brein is geprogrammeerd om te overleven, niet per se om ons gelukkig te maken. Het is als een efficiënte manager die voortdurend kijkt waar energie bespaard kan worden. Nieuwe dingen leren, nieuwe gewoontes aanleren of bewust afwijken van je routine? Dat kost ontzettend veel mentale energie. En je brein denkt: “Nope. Waarom zoveel moeite doen als we ook gewoon op de automatische piloot kunnen blijven?”
Wetenschappelijk gezien is dit logisch. Onze hersenen hebben beperkte energiebronnen en verwerken dagelijks enórme hoeveelheden informatie. Daarom hebben ze een voorkeur voor bekende paden, oftewel gewoontes en patronen. Het is alsof je een boswandeling maakt en altijd hetzelfde pad kiest, omdat het makkelijk is en je weet waar het heen gaat.
Gewoontes en het brein
Gewoontes worden gevormd in een specifiek deel van de hersenen: de basale ganglia. Dit is een primitief en krachtig systeem dat ons gedrag automatiseert. Wanneer je iets vaak herhaalt, legt je brein als het ware een snelkoppeling aan. Denk bijvoorbeeld aan het leren fietsen: in het begin kostte dat veel focus en energie, maar nu doe je het zonder nadenken. Deze “snelkoppelingen” besparen energie en maken ruimte vrij voor andere taken.
Het probleem is dat dit mechanisme niet alleen werkt voor nuttige gewoontes, maar ook voor dingen die misschien minder goed voor je zijn. Als je gewend bent om bij stress naar chocolade te grijpen of je ochtend te beginnen met doelloos scrollen op je telefoon, dan blijven die patronen bestaan omdat ze simpelweg makkelijk zijn.
Waarom comfort voelt als een veilige keuze
Een andere reden waarom je brein comfort kiest, is dat het onvoorspelbaarheid wil vermijden. Nieuwe dingen brengen risico’s met zich mee en dat activeert een deel van je hersenen dat geassocieerd wordt met angst: de amygdala. Het onbekende voelt onveilig, zelfs als het rationeel gezien een positieve verandering betekent. Hierdoor krijg je een natuurlijke drang om terug te keren naar wat je al kent, ook al weet je dat het misschien niet ideaal is.
Daarnaast speelt dopamine, het “gelukshormoon”, een grote rol. Comfortabele keuzes, zoals op de bank ploffen in plaats van sporten, geven je een onmiddellijke beloning in de vorm van een kleine dopamineboost. Verandering daarentegen levert vaak pas op lange termijn resultaat op. Je brein kiest dus voor de snelle beloning en geeft je dat behaaglijke gevoel van comfort.
Ken je dat stemmetje in je hoofd dat fluistert: “Morgen kan ook” of “Eén keer overslaan maakt toch niet uit”? Dat is een vorm van weerstand en die is ook biologisch te verklaren. Verandering brengt cognitieve dissonantie met zich mee, een soort ongemakkelijk gevoel dat ontstaat wanneer je acties niet overeenkomen met je intenties of overtuigingen. Je brein wil dat ongemak vermijden, dus verzint het allerlei excuses om maar niet uit je comfortzone te hoeven stappen.
Neuroplasticiteit: het goede nieuws
Nu denk je misschien: “Mijn brein zit me dus alleen maar in de weg!” Maar het goede nieuws is dat je hersenen ongelofelijk flexibel zijn. Dit fenomeen heet neuroplasticiteit en het betekent dat je hersenen in staat zijn om nieuwe verbindingen te maken en oude patronen te herschrijven. Hoewel je brein comfort verkiest, heeft het ook de capaciteit om te groeien en zich aan te passen.
Wanneer je bewust kiest voor verandering en dit regelmatig herhaalt, wordt het steeds makkelijker. Het kost in het begin veel energie om een nieuw pad in het bos van je hersenen te maken, maar hoe vaker je het bewandelt, hoe breder en duidelijker dat pad wordt. Uiteindelijk wordt het net zo comfortabel als je oude gewoontes.
Hoe werkt dit in het dagelijks leven?
Het is belangrijk om te begrijpen dat je brein niet “tegen” je werkt, maar simpelweg probeert energie te besparen en je veilig te houden. Door die wetenschap kun je milder naar jezelf kijken als je merkt dat je terugvalt in oude patronen. In plaats van jezelf te veroordelen, kun je je richten op kleine stappen die consistent herhaald worden. Want hoe meer je dat doet, hoe meer je brein zich aanpast.
Dus ja, je brein houdt van comfort. Maar het houdt ook van efficiëntie en kan getraind worden om nieuwe vormen van comfort te vinden in gezonde, positieve gewoontes. Begin klein, wees consistent en voor je het weet kiest je brein automatisch voor die nieuwe, betere paden.
Wat ga jij vandaag nog anders doen?